Italië zit vol wijnschatten, maar als er twee namen zijn die liefhebbers van Italiaanse rode wijn doen glunderen, dan zijn het wel Barolo en Brunello di Montalcino. Deze twee mythische herkomstbenamingen, vaak beschouwd als de grootste van Italië, leveren krachtige en gestructureerde wijnen die uitstekend kunnen ouderen… maar ze verschillen sterk in stijl en oorsprong. Na ze meerdere keren geproefd te hebben — thuis, in wijnkelders én op locatie — deel ik hier mijn persoonlijke vergelijking van deze twee grootheden.
Herkomst en druivensoort: Piemonte vs Toscane
Barolo wordt geproduceerd in het noorden van Italië, in de regio Piemonte, rond het gelijknamige dorp. Hij wordt uitsluitend gemaakt van de Nebbiolo-druif, die bekend staat om zijn finesse, stevige tannines en uitstekende rijpingspotentieel. Het is een veeleisende wijn, soms streng in zijn jeugd, maar uitzonderlijk complex na enkele jaren rijping.
Brunello di Montalcino komt uit Toscane, meer bepaald uit de heuvels rond het dorp Montalcino, ten zuiden van Siena. Deze wijn wordt gemaakt van een specifieke kloon van de Sangiovese-druif: Sangiovese Grosso, ook wel Brunello genoemd. Deze druif geeft rijke, gestructureerde wijnen die vaak zonniger, ronder en toegankelijker zijn dan Barolo.
Kleur, geur, smaak: twee uitdrukkingen van grote rode wijn
Een Barolo in het glas valt vaak op door zijn lichtere kleur, die met de jaren naar oranje-granaatrood neigt. De geur is complex, met tonen van kers, gedroogde roos, leder, teer en bosgrond. In de mond is hij zeer gestructureerd, met een uitgesproken zuurgraad en stevige tannines — een wijn die je moet karaferen of laten ouderen.
Brunello heeft daarentegen een diepere, robijnrode kleur. In de neus herken je zwarte kers, pruim, mediterrane kruiden, en soms vanille of tabak, afhankelijk van het houtgebruik. In de mond is hij vaak voller en warmer, met krachtige maar mooi afgeronde tannines. Een genereuze wijn die gemakkelijk geliefd is bij fans van “zonnige” wijnen.
Aan tafel: verschillende combinaties
Barolo past perfect bij eiwitrijke gerechten: geroosterd vlees, wild, gerijpte kazen, of een risotto met eekhoorntjesbrood. Hij nodigt uit tot de keuken van Noord-Italië — iets robuuster, maar vol karakter.
Brunello combineert uitstekend met Toscaanse gerechten zoals bistecca alla fiorentina, geroosterd lamsvlees, tomatensauzen of pasta met truffels. Hij voelt zich ook thuis bij meer mediterrane schotels.
Prijs en toegankelijkheid
Beide wijnen behoren tot het hogere segment, met prijzen tussen de €30 en €70 voor een goede fles — en veel hoger voor prestigieuze cuvées of oude jaargangen.
Toch vind ik Brunello doorgaans toegankelijker in zijn jeugd, terwijl Barolo wat meer geduld (of een goede karaf) vereist.
Mijn persoonlijke verdict
Als ik het in één zin moet samenvatten: Barolo is een wijn voor denkers, complex, soms streng maar fascinerend; Brunello is een wijn voor het hart, directer, warmer, maar net zo edel.
Ik hou van beide, maar ik kies vaker voor Brunello bij een diner met vrienden of een gezellige avond… en Barolo wanneer ik tijd wil nemen om te zitten, te reflecteren en een grootse wijn echt te beleven.
En jij, ben jij meer Barolo of Brunello?
Deel je favorieten in de reacties! 🍷
Reacties
Een reactie posten